Immuuntherapie zal waarschijnlijk nog effectiever kunnen worden ingezet tegen melanoom
zo blijkt uit de resultaten van de OpACIN-neo studie. Er lijkt steeds meer bewijs te zijn om de bekende immuuntherapieën zelfs al in te zetten nog voordat de chirurg de tumor gaat verwijderen (in plaats van erna). In deze fase van de ziekte is er zeer waarschijnlijk een betere immuunrespons tegen de melanoomcellen. Christian Blank van het Antoni van Leeuwenhoek presenteerde maandag 22 oktober op het ESMO-congres de eerste (tussentijdse) resultaten van de OpACIN-neo trial, een studie onder 86 (stadium III) melanoompatiënten.
Christian Blank (oncoloog en expert in immuuntherapieën en doelgerichte therapieën bij melanoom) van het Antoni van Leeuwenhoekziekenhuis liet resultaten zien die we nog niet vaak hebben gezien bij melanoom. In de grootste fase 2 trial van de wereld tot nu toe, waarbij een neo-adjuvante behandeling met de combinatie nivolumab + ipilimumab is ingezet, valt te concluderen dat (na gemiddeld 8 maanden) bij geen enkele patiënt die op één van de drie behandelschema’s reageerde, de ziekte terugkwam (0 van 65). Bij 9 van de 21 patiënten die niet reageerden kwam helaas de ziekte weer terug.
Het gepresenteerde onderzoek richt de pijlen dus duidelijk op een nieuwe aanpak: immuuntherapie voorafgaand aan de operatie. Volgens Blank zou een neo-adjuvante behandeling veel voordelen kunnen hebben. “Je kunt goed zien of een patiënt reageert op een bepaald middel of niet, doordat je in de daarna verwijderde tumor kunt zien of de kankercellen dood zijn gegaan”, aldus Blank. “De verwachting is bovendien dat de immuunreactie breder en daardoor beter zal zijn. Als de tumor nog in het lichaam aanwezig is, kan het immuunsysteem de hele tumor met al zijn variaties leren herkennen en daardoor een uitgebreider immunologisch geheugen opbouwen. Ook is de tumor na immuuntherapie kleiner en mogelijk makkelijker te opereren."
Blank: “Met deze studie bevestigen wij dat neo-adjuvante therapie bij veel mensen goed werkt, en we hebben nu ook een schema met acceptabele bijwerkingen.” Bovendien, vervolgt hij: “Het elegante van de neo-adjuvante behandeling is dat tot op heden bij geen van de patiënten die goed reageren de ziekte is teruggekomen. Dus in de toekomst kun je patiënten wellicht al na 6 weken duidelijkheid geven over hun vooruitzichten. In onze studies lijkt het er bovendien op dat we aan de hand van een aantal tumorkenmerken kunnen voorspellen of een patiënt zal reageren op deze medicijncombinatie. Dit moeten wij nog wel bij een grotere groep onderzoeken.”
Afgelopen vrijdag is in het AvL dan ook het vervolg van de OpACIN-neo gestart: PRADO-studie. Deze nieuwe studie onderzoekt nog eens de effectiviteit van het beste behandelschema uit de OpACIN-neo-studie. Dit zal gebeuren onder +/- 100 nieuwe melanoompatiënten met voelbare uitzaaiingen in de lokale klieren.
Stichting Melanoom adviseert patiënten die zijn gediagnosticeerd met (huid)melanoom en die momenteel lokale, voelbare uitzaaiingen hebben in de lymfeklieren (of sterke vermoedens hiervan) en die nog niet operatief zijn verwijderd, met klem om deelname aan dit onderzoek te overwegen.
Vraag indien nodig een second opinion aan bij een melanoomspecialist in het Antoni van Leeuwenhoek. Hier heeft iedere (melanoom)patiënt woonachtig in Nederland recht op. Mocht je vragen hebben over dit bericht, stuur ons dan een privébericht via Facebook-messenger of stuur een mail naar Violeta Astratinei.